In de 19e eeuw werden de stoommachines uitgevonden. Dit was een groot nadeel voor de arbeiders omdat dit betekende dat ze nog langer moesten gaan werken dan ze  al deden, omdat de machines dag en nacht door zouden kunnen gaan. Het werk was vaak hetzelfde heel de dag door. De mannen van de arbeid gezinnen verdienden te weinig geld om het hele gezin te kunnen onderhouden. Dus moesten de vrouwen ook komen werken voor extra geld. De kinderen gingen vaak mee omdat er simpelweg geen andere keuze was. Hierdoor werden vrouwen en kinderen erg geliefd bij de directeuren van de fabrieken, omdat ze goed fijn werk konden doen. De kinderarbeid was ontstaan. De kinderen deden meestal het gevaarlijkste werk. Dit kwam doordat ze onder de machines konden en zo dus de kantoenen draden die gevallen waren oprapen van de grond. Er kwamen veel kinderen om het leven dit kwam meestal doordat ze te laat waren met terug kruipen en zo dus verplet werden door de machines. 

 

De bedragen die er meestal verdiend werden in de fabrieken:

Vrouwen: 7 Shilling per week

Kinderen: 2-4 Shilling per week

Mannen: 20-30 Shilling per week

Uit deze bedragen die de arbeidsgezinnen kregen kunnen je zien dat vrouwen veel lager stonden dan de mannen.